Theo en Truus Zwiggelaar begonnen in een van de Appollo-flats aan de Lemzijde, daarna verhuisden ze naar het begin van de Laan van de Eekharst. Vanuit hun huis keken ze uit op het bos.
“Als we in onze tuin zaten, zaten we eigenlijk in het bos. Het Zandmeertje was vlak bij, we hoorden de eenden en kikkers. We liepen er vaak even heen met onze dochter.” Theo herinnert zich die keer toen ze met de jongere broer van Truus naar het Zandmeertje gingen om met elektrische speelgoedbootjes te varen.
“We deden een wedstrijdje”, vertelt hij, “maar halverwege ging zijn bootje stuk. Door stenen en stokken te gooien, probeerden we het bootje naar de overkant te krijgen. Helaas kwam een van de stenen op het bootje terecht, dat vervolgens naar de modderige bodem zonk. Mijn zwager aarzelde niet, trok zijn kleren uit en stapte het water in om zijn bootje te halen. Hij moest nog flink wroeten om hem te vinden. Toen hij er weer uit kwam, stonk hij een uur in de wind!”
Vroeger stond er een theehuis bij het Zandmeertje, weet Truus. “Aan de rand van het water zie je nog het stenen trappetje naar het water. Daar stapte je in een klein ijzeren bootje waar je mee kon varen. Er was een klein terrasje, met banken en tafels van boomstammen. Overal stonden kunstige voorwerpen van hout die de eigenaar, Koos Naber, had gemaakt.”
Het theehuis verdween eind jaren zestig, maar het Zandmeertje bleef populair. “Een paar jaar geleden - we waren intussen verhuisd naar de Laan van het Kinholt - zijn er nog markten georganiseerd. Daar kon je dan je spullen verkopen, in mijn geval mijn schilderijen, wat drinken en met een bootje varen. Heel gezellig!”
Truus en Theo vinden dit soort gemeenschappelijk activiteiten belangrijk. “Want”, zeggen ze, “zo kom je met elkaar in contact. Het verbindt de mensen.” Daarom is Theo ook een van de drijvende krachten bij Wijkklik. “We maken mensen wegwijs in de digitale wereld, repareren computers en lenen laptops uit. Wijkbewoners komen om iets op te steken over computers, maar het samen koffie drinken na afloop is minstens zo belangrijk.”