Als bestuurslid van de wijkvereniging Emmerhout werkte Jaap Meulman mee aan het Midzomerhoutfestival bij het Zandmeertje. In 2009,2010 en 2011 werd dit festival georganiseerd door het theaterbedrijf Maters & Roberti in opdracht van de Wijkvereniging en in samenwerking met Staatsbosbeheer.
“Het eerste jaar was er in de week voor het festival al van alles te doen in de wijk”, vertelt Jaap. “Mensen konden schilderen in de oude bieb, er waren judodemonstraties en muziektalent in het winkelcentrum en we hadden een zeskamp georganiseerd. Daar kwam overigens niemand op af. Toen heb ik samen met wat wijkbewoners spontaan op woensdag avond een speltraject opgezet, compleet met glijbaan,hobbelfiets parcours ,skiplank lopen en zaklopen. In een mum van tijd had ik 50 deelnemers!”
“Het Midzomerhoutfestival zelf was in het bos bij het Zandmeertje. Daar waren allerlei culturele activiteiten en optredens van muziekbands.
Met hulp van 20 kuub wit zand maakten we de bosbodem geschikt voor een beachvolleybal toernooi, er was een markt met kramen waar mensen eigen spulletjes konden verkopen. Zaterdagavond traden er diverse bands op, van blues tot Ierse muziek. Het was een groot succes.”
“In 2010 en 2011 was het beter weer en hadden we ook nog Theater op het Water en op zondagmiddag een concert van een harmonieorkest met zang. Mooi was ook de demonstratie woodcarving die elk jaar werd gehouden. Het hout daarvoor haalden we samen met de boswachter uit het bos. De bank die nu bij het Zandmeertje staat is toen onder andere gemaakt.
Ook kon er gevaren worden met kano’s en de door mij gemaakte vlotten. Zat ik daar samen met de scouting, te kijken naar de vleermuizen die over het water scheerden. En dan de andere ochtend weer voor 06.00 uur aanwezig voor het dauwtrappen met de boswachter en daarna bruine bonen eten.”
“Ik kreeg drie dagen geen slaap, maar het was geweldig om te doen! Helaas kwam er geen vervolg. We kregen het geld niet meer bij elkaar”, zegt Jaap. “Jammer, want zo’n festival brengt mensen in Emmerhout echt dichter bij elkaar.”